b| GBSG c| GBSG j| GBSG

a| 9789033488009 c| paperback

a| (BeLVLBS)008501426LBS01-Aleph

a| (EXLNZ-32KUL_LIBIS_NETWORK)9985014260101471

a| BeLVLBS b| Language of cataloging varies e| rda based

a| Euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden b| Een onaf verhaal.

a| Leuven b| Acco c| 2012

a| 139 p.

a| text 2| rdacontent

a| unmediated 2| rdamedia

a| volume 2| rdacarrier

a| Bevat literatuurlijst

a| 1. t| Euthanasie en hulp bij zelfdoding

a| 1.1. t| Algemeen gebruikte begrippen (euthanasie, hulp bij zelfdoding versus euthanasie, suïcide)

a| 1.2. t| De Belgische wetgeving

a| 1.2.1. t| De euthanasiewet (voorwaarden en procedure, wilsverklaring en aangifte, bijzondere bepalingen)

a| 1.2.2. t| De Federale controle- en evaluatiecommissie (de commissie, de cijfers)

a| 1.2.3. t| De wet op de patiëntenrechten (de rechten van de patiënt, de negatieve wilsverklaring)

a| 1.2.4. t| De wet op de palliatieve zorg (wettelijke bepalingen, palliatieve zorg)

a| 1.3. t| De Nederlandse wetgeving

a| 1.4. t| Conceptueel kader van de Belgische hulpverlening (Christelijk-ethische benadering, Humanistisch-ethische benadering)

a| 2. t| Ondraaglijk psychisch lijden

a| 2.1. t| Psychisch lijden

a| 2.1.1. t| Begripsomschrijving

a| 2.1.2. t| Het verzoek om euthanasie

a| 2.1.3. t| Zelfdoding als uitweg

a| 2.2. t| Toepassing van de euthanasiewet bij psychisch lijden

a| 2.2.1. t| Vrijwillig en weloverwogen verzoek

a| 2.2.2. t| Ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden

a| 2.2.3. t| Psychisch lijden dat niet kan worden gelenigd

a| 2.2.4. t| Psychisch lijden als gevolg van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening

a| 2.2.5. t| Nood aan palliatieve psychiatrie

a| 3. t| Euthanasie als uitweg

a| 3.1. t| Onderzoeksopzet

a| 3.1.1. t| Onderzoekssetting: de praktijk en visie van dr. Thienpont

a| 3.1.2. t| Verloop van het onderzoek

a| 3.1.3. t| Onderzoeksgroep

a| 3.1.4. t| Dossierstudie

a| 3.1.5. t| Privacy

a| 3.2. t| Betekenis van ondraaglijk psychisch lijden

a| 3.2.1. t| Begripsomschrijving

a| 3.2.2. t| Waarden en normen bij de patiënten

a| 3.2.3. t| Probleemdiagnosticering

a| 3.2.4. t| Benadering door de omgeving

a| 3.3. t| Connotaties van euthanasie

a| 3.3.1. t| Betekenis van euthanasie

a| 3.3.2. t| Suïcide versus euthanasie

a| 3.3.3. t| Betrekken van de omgeving

a| 3.4. t| Hulpverlening voor patiënten en hun omgeving

a| 3.4.1. t| Reacties van de hulpverlening op het verzoek

a| 3.4.2. t| Hulpverlening voor, tijdens en na

a| 4. t| Een onaf verhaal

a| 4.1. t| Tekortschieten van de geestelijke gezondheidszorg?

a| 4.2. t| Nood aan intensievere begeleiding

a| 4.2.1. t| Patiënten met een wens tot euthanasie

a| 4.2.2. t| De omgeving van de patiënt

a| 4.2.3. t| De hulpverlener

a| 4.3. t| Nood aan verder onderzoek

a| 4.3.1. t| De patiënt

a| 4.3.2. t| De omgeving

a| 4.3.3. t| De hulpverlening

a| Sinds de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Nederland, 2001) en de Wet op euthanasie (België, 2002) kan wie ondraaglijk fysisch of psychisch lijdt, kiezen voor een humane dood geïnitieerd door een arts. Niettemin is het pas recenter dat binnen de geestelijke gezondheidszorg patiënten de vraag op grond van psychisch lijden formuleren. De hulpverlening ziet zich hier dan ook meer en meer geconfronteerd met een uitdaging, die heel wat vragen oproept. Tegelijkertijd bestaat er nog weinig wetenschappelijk onderzoek op dit gebied.

a| Callebert, Ann 4| aut

a| Van Audenhove, Chantal. 4| apr

a| Thienpont, Lieve. 4| apr

a| De Coster, Iris. 4| clb

u| http://limo.libis.be/GSG:PHYS_ITEMS:32LIBIS_ALMA_DS71166877580001471 x| Limo permalink