MARC Record
Leader
001
14271
008
170117s1991 nl af 0 dut
020
a| 9020919105
041
a| dut
100
a| Lehr, André
4| aut
9| 16248
245
a| Beiaardkunst in de Lage Landen
260
a| Tielt
b| Lannoo
c| 1991
300
a| 319 pages
520
a| In dit boek wordt verteld hoe de klok na haar ontstaan in Oost en West gedurende de Europese middeleeuwen een eerste hoogtepunt als luidklok bereikte. Op luidklokken werd bovendien gebeierd, dat wil zeggen met klepels een ritmisch klankspel gegeven. Het vormde het' begin van wat nu de handbespeelde beiaard is. In de tweede helft van de 14de eeuw werden overal torenuurwerken geïnstalleerd. Met behulp daarvan werden niet alleen de uurslagen gegeven, maar ook langs automatische weg een melodie op enkele klokjes gespeeld. Dit vormde de basis voor wat later de rammel zou zijn. Deze ontwikkeling voltrok zich in Vlaanderen waarmee deze omstreeks 1500 de bakermat zou worden van de hedendaagse beiaardkunst. Het mag dan ook niet verbazen dat sindsdien in Mechelen talloze beiaarden werden gegoten. Maar helaas waren die klokkenspellen nog erg onzuiver, wat overigens niet wegnam dat elke stad zich beijverde om zo'n beiaard te verwerven. Omstreeks 1645 werd in Nederland ontdekt hoe een zuiver klinkende klok gemaakt moet worden. Het waren Francois en Pieter Hemony die deze kunst bij uitstek zouden beheersen. Aanvankelijk woonden zij te Zutphen, doch in 1657 vertrok Francois naar Amsterdam en Pieter naar Gent. Nadat enkele leerlingen van de Hemony's met wisselend succes beiaarden hadden gegoten, verdween na 1734 die kunst voorlopig uit Holland. De fakkel werd weer door Vlaanderen overgenomen en waren het klokkengieters uit Antwerpen, Brugge en Leuven die beiaarden gotenNadat in de Franse tijd talloze klokken en beiaarden van kerken en kloosters gevorderd waren, zou vervolgens in de 19de eeuw het klokkenspel steeds minder belangstelling trekken, in het bijzonder in de Noordelijke Nederlanden. Oorzaak was onder meer het veranderde muziekleven. Bovendien was de beiaard nog steeds een eenvoudig slaginstrument, waarop de 19de-eeuwse muziek moeilijk was uit te voeren. Daarin echter kwam verandering toen Jef Denijn uit Mechelen in 1892 enkele ingrijpende verbeteringen aan de beiaard doorvoerde. Helaas waren toen de Vlaamse en Hollandse gieters niet in staat om een goed klinkende beiaard te vervaardigen. Daarin kwam pas verandering toen Michiels uit Doornik in 1929 een goed gestemd spel voor Grimbergen leverde. Ook de Nederlandse gieters zouden toen spoedig volgen. Deze opgaande lijn werd abrupt afgesneden door de Duitse klokkenvordering in 1942/43, Na de oorlog bleek in België en Nederland de helft van de klokken verloren te zijn. Maar het zette tevens een periode in met een waarlijk explosieve groei van nieuwe beiaarden. Daarbij bleef Mechelen, waar in 1922 een school door Denijn was gesticht, een wereldcentrum van beiaardcultuur. Maar ook in Nederland zouden soortgelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Zonder de minste overdrijving mag men daarom stellen dat België en Nederland nog altijd de beiaardcultuur van de wereld bepalen.
648
0
a| Past
1| http://www.wikidata.org/entity/Q192630
9| 22196
650
0
a| Music history
1| http://www.wikidata.org/entity/Q846047
9| 21373
650
0
a| Organology
1| http://www.wikidata.org/entity/Q899293
9| 21400
650
0
a| Carillon
1| http://www.wikidata.org/entity/Q505174
9| 4152
650
0
a| Bell
1| http://www.wikidata.org/entity/Q101401
9| 22519
651
0
a| Netherlands
1| http://www.wikidata.org/entity/Q55
9| 173
651
0
a| Flanders (Belgium)
1| http://www.wikidata.org/entity/Q234
9| 89
700
4| ctb
9| 26403
a| Truyen, Wim
d| 1958-
700
1| http://www.wikidata.org/entity/Q64706420
4| ctb
a| Huybens, Gilbert
d| 1949-
9| 20629
942
c| BOO
920
a| boek
852
b| ORPH
c| ORPH
j| ORPH.INS10.3a NL
999
d| 14271