MARC Record
Leader
001
16206
005
20250120120127.0
008
121211s1984 0 n
041
a| dut
100
a| Fretz, Leo
4| aut
9| 18065
245
a| Het individualiteitsconcept in Sartres filosofie
260
a| Delft
b| Delfste Universitaire Pres
c| 1984
300
a| 348
520
a| De studie die hier voorligt bestaat uit drie delen. Daarin wordt een antwoord gezocht op de volgende twee vragen: (1) Welk individualiteitsconcept ligt aan Sartres filosofie ten grondslag in de verschillende fasen van zijn werk? (2) Welke zijn de consequenties van het door Sartre gehanteerde individualiteitsconcept voor de oplossing van het solipisismevraagstuk in zijn werk? In de Appendix op deze studie wordt de vraag beantwoord of een Sartriaanse ethiek mogelijk is. In deel I staat de vraag centraal welk individualiteitsconcept Sartre hanteert ter aanduiding van het transcendentale bewustzijn vanaf La transcendance (1936) tot en met L'etre et le néant (1943).
942
c| BOO
920
a| boek
852
b| ORPH
c| ORPH
j| ORPH.PHI SART b FRET
999
c| 16206
d| 16206