Transformatorhuisjes in de Antwerpse districten (1900 - 1960) : situering van de historische context en analyse van de erfgoedkundige waarden
- Type:
- thesis
- Titel:
- Transformatorhuisjes in de Antwerpse districten (1900 - 1960) : situering van de historische context en analyse van de erfgoedkundige waarden
- Jaar:
- 2020
- Taal:
- Nederlands
- Uitgever:
- Antwerpen, 2020
- Plaatsnummer:
- INDUS.PV/1406 (Industriemuseum)
- Samenvatting:
- Master Monumenten- en Landschapszorg, Ze zijn alomtegenwoordig, en eens we er beginnen op te letten, zien we ze overal. Elektriciteits- cabines, transformatorhuisjes of hoogspanningscabines maken sinds het begin van de 20ste eeuw een permanent onderdeel uit van de stad Antwerpen. Elektriciteit moest tijdens zijn opkomst als energievoorziening opboksen tegen gas, kolen en andere brandstoffen. Maar door zijn grote troeven zoals precisie, veelzijdige toepassingsmogelijkheden en de eenvoudige distributie ervan, groeide de populariteit van de nieuwe manier om energie te verdelen snel. Aan het einde van de 19de eeuw werd elektriciteit voornamelijk gebruikt door fabrieken voor eigen gebruikt en plaatselijke straatverlichting, maar tijdens het interbellum werd het gebruik al snel verder uitgebreid. Bij de uitbreiding van het elektriciteitsnet spelen transformatorhuisjes een onmisbare rol., Tijdens de beginjaren van de opkomst van elektriciteit besteedde men veel architecturale aandacht aan deze huisjes, zodat ze niet alleen mooi in de gemeentekernen zouden passen, maar ook een visueel symbool van vooruitgang zouden vormen. De gebouwtjes weerspiegelen dan ook vaak de bouwstijl van de tijd waarin ze werden ontworpen, en maken een belangrijk onderdeel uit van ons bouwkundig erfgoed. Naarmate elektriciteit steeds meer gangbaar werd en transformatorhuisjes massaal werden geproduceerd, daalde de architecturale inspanning bij het ontwerpen van de transformatorhuisjes. Tegenwoordig wordt vaak gebruikgemaakt van geprefabriceerd materiaal dat op grotere schaal in een fabriek kan worden vervaardigd. Transformatorhuisjes worden ook steeds compacter zodat er geen bouwvergunning meer nodig is en ze in minder dan een uur geplaatst kunnen worden.In Vlaanderen zijn circa 140 transformatorhuisjes vastgesteld als bouwkundig erfgoed, waarvan er 10 zijn aangeduid als beschermd monument., Meer dan de helft van de beschermingen vond de laatste 10 a 20 jaar plaats. In 2018 werd nog een transformatorhuisje in Gent aangeduid als beschermd monument, de Elektriciteitscabine Prinsenhof, naar een ontwerp van Marie-Jose Van Hee. Binnen gemeentegrenzen van stad Antwerpen staan slechts 11 transformatorhuisjes op de online inventaris van het Agentschap Onroerend Erfgoed maar (nog) geen enkel is vastgesteld als beschermd monument, terwijl we in deze studie toch een vijftigtal architecturaal waardevolle trafohuisjes in kaart konden brengen.In Nederland is er meer uitgebreide en systematische aandacht voor trafohuisjes, in de vorm van meerdere publicaties over de opkomst en de architectuur ervan. Het boekje Trafohuisjes van Roland Blijdenstijn (1993) beschrijft zeer uitgebreid de architectuurstijlen van de transformatorhuisjes in de provincie Utrecht., In Belgie zijn weinig tot geen publicaties te vinden over transformatorhuisjes, hoewel dit type erfgoed zeer aanwezig is in het Belgische straatbeeld en het een belangrijke getuige vormt van de industriele en maatschappelijke ontwikkeling van de 20ste eeuw.Erfgoed Noorderkempen startte in de zomer van 2019 een project rond trafohuisjes naar aanleiding van de Open Monumentendag met als regionaal thema Energie. De intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst waarin elf Kempense gemeenten samenwerken vond dat deze onderbelichte erfgoedparels meer aandacht verdienen en begon ze te inventariseren in Turnhout en omstreken.Na een gesprek met mijn copromotor Caroline Daemen, erfgoedconsulent van Erfgoed Noorderkempen, besloten we dat de trafohuisjes van Antwerpen ook de nodige aandacht verdienen en kwamen we op het onderwerp van mijn 5thesis: (3z(BTransformatorhuisjes in de Antwerpse districten (1900 - 1960)., Situering van de historische context en analyse van de erfgoedkundige waarden.(3y(BDe opkomst van de trafohuisjes in Antwerpen is onlosmakelijk verbonden met de opkomst van elektriciteit in Antwerpen, daarom is het belangrijk om deze significante industriele revolutie te verwerken in mijn masterproef. De tijdsafbakening van 1900 tot 1960 vloeit voort uit het feit dat de elektrificering van Antwerpen vanaf 1900 op grote schaal zijn intrede maakte. Hoewel de vroegste trafohuisjes slechts dateren vanaf 1912, gaat het in mijn thesis ook over de bredere context van de opkomst van elektriciteit. 1960 is gekozen als het eindpunt, omdat na deze periode weinig tot geen architecturale inspanningen meer werden geleverd voor het ontwerp van de trafohuisjes. Ook een geografische afbakening was nodig., Het onderzoeksdomein beperkt zich tot de 9 huidige districten van de stad Antwerpen: Antwerpen, Berchem, Berendrecht-Zandvliet-Lillo, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk.De 147 resultaten die de zoekterm elektriciteitscabines op de inventaris van het Agentschap Onroerend Erfgoed oplevert, lijken vrij arbitrair en onvolledig. In werkelijkheid zijn er veel meer waardevolle elektriciteitscabines terug te vinden. De weinige geregistreerde trafohuisjes op de inventaris verdienen zeker hun plaats als waardevol erfgoed, maar de inventaris sluit veel trafohuisjes uit met evenveel waarde.Het doel van dit onderzoek is om een groter bewustzijn te creeren rond de historisch waardevolle trafohuisjes die de stad Antwerpen nog rijk is en waarom het belangrijk is om dit industrieel klein erfgoed te bewaren voor toekomstige generaties. Het behoud van transformatorhuisjes staat onder constante druk door de steeds veranderende technische en industriele ontwikkelingen., Daarbij is industrieel erfgoed een relatief nieuw begrip binnen de erfgoedzorg. De discipline waaide begin jaren zeventig van de vorige eeuw over uit Groot- Brittannie en leidde in 1978 tot de oprichting van De Vlaamse Vereniging voor Industriele Archeologie vzw (VVIA).We formuleren twee onderzoeksvragen in deze masterproef: 1. Hoe kwamen de transformator- huisjes tot stand in het straatbeeld tijdens de elektrificering van de stad Antwerpen? En 2. Hoeveel waardevolle transformatorhuisjes bevinden zich nog in het huidige straatbeeld van de stad Antwerpen die een plaats op de inventaris van het Agentschap Onroerend Erfgoed verdienen?De stad Antwerpen pleitte vanaf het begin van de elektrificering voor het vermijden van uitpandige trafohuisjes binnen de Leien om het zicht van het straatbeeld niet te verstoren. Binnen de Leien vindt men dan ook enkel inpandige cabines en ondergrondse bekabeling., Zal Antwerpen in de toekomst de volledige elektrische infrastructuur ondergronds leggen en onzichtbaar maken? Vanuit erfgoedperspectief is er niets mis met het bouwen van een ondergronds elektriciteitsnetwerk, zolang de historisch waardevolle transformatorhuisjes in het straatbeeld bewaard blijven (eventueel na herbestemming). Er zijn nochtans doorheen de jaren veel trafohuisjes gesloopt en vervangen door de nieuwe en compacte standaard elektriciteitscabines. Buiten het bewaren van historisch waardevolle elektriciteitscabines pleit ik er ook voor om bij nieuwbouw elektriciteitscabines meer architecturale aandacht te besteden aan het ontwerp. Dit kan bijvoorbeeld door elektriciteitscabines te ontwerpen in hedendaagse6nutsarchitectuur gebaseerd op de historische modellen van trafohuisjes of te opteren voor hedendaagse nutsarchitectuur met eigentijdse architecturale invulling.
- Permalink:
- https://www.cageweb.be/catalog/cgw01:000883733